• hoofd_banner_01

Instructies voor het bedieningsproces van een lasersnijmachine

Instructies voor het bedieningsproces van een lasersnijmachine


  • Volg ons op Facebook
    Volg ons op Facebook
  • Deel ons op Twitter
    Deel ons op Twitter
  • Volg ons op LinkedIn
    Volg ons op LinkedIn
  • YouTube
    YouTube

Voorbereiding voor het gebruik van de lasersnijmachine

1. Controleer voor gebruik of de voedingsspanning overeenkomt met de nominale spanning van het apparaat om onnodige schade te voorkomen.
2. Controleer of er zich geen vreemde voorwerpen op de machinetafel bevinden, om te voorkomen dat de normale snijbewerkingen worden beïnvloed.
3. Controleer of de koelwaterdruk en de watertemperatuur van de koeler normaal zijn.
4. Controleer of de druk van het snijhulpgas normaal is.


Hoe een lasersnijmachine te gebruiken

1. Bevestig het te snijden materiaal op het werkoppervlak van de lasersnijmachine.
2. Pas de apparatuurparameters aan op basis van het materiaal en de dikte van de metalen plaat.
3. Selecteer de juiste lens en spuitmond en controleer deze vóór het starten van de machine op hun integriteit en reinheid.
4. Stel de snijkop in op de juiste focuspositie, afhankelijk van de snijdikte en de snijvereisten.
5. Selecteer het juiste snijgas en controleer of de gasuitstootstatus goed is.
6. Probeer het materiaal te snijden. Controleer na het snijden de verticaliteit, ruwheid en eventuele bramen of slak.
7. Analyseer de snijsituatie en pas de snijparameters dienovereenkomstig aan totdat het monster-snijproces aan de normen voldoet.
8. Programmeer werkstuktekeningen en lay-outs voor het zagen van hele planken en importeer ze in het snijsoftwaresysteem.
9. Stel de snijkop en de focusafstand in, bereid het hulpgas voor en begin met snijden.
10. Voer een procesinspectie uit op het monster. Indien er problemen zijn, pas de parameters dan tijdig aan totdat het snijwerk aan de procesvereisten voldoet.
Voorzorgsmaatregelen voor lasersnijmachines

1. Pas de positie van de snijkop of het te snijden materiaal niet aan terwijl het apparaat aan het snijden is, om laserbrandwonden te voorkomen.
2. Tijdens het zaagproces moet de operator het zaagproces te allen tijde in de gaten houden. In geval van nood dient u onmiddellijk op de noodstopknop te drukken.
3. Er moet een brandblusser in de buurt van de apparatuur worden geplaatst om open vuur te voorkomen wanneer de apparatuur wordt geschakeld.
4. Operators moeten weten welke schakelaars er op de apparatuur zitten en in geval van nood de schakelaar op tijd kunnen uitschakelen.


Geplaatst op: 28 mei 2024
zij_ico01.png